Lidwoorden
In het Spaans hebben we zoals in het Nederlands 2 soorten lidwoorden:
Bepaalde lidwoorden -> el, la, los, las
Onbepaalde lidwoorden -> un, una, unos, unas
Het lidwoord richt zich in geslacht (mannelijk en vrouwelijk) en getal (enkelvoud of meervoud) naar het zelfstandig naamwoord waar het behoort.
Mannelijk Vrouwelijk
Enkelvoud el/ un la/ una
Meervoud los/ unos las/ unas
El amigo (de vriend) Un amigo (een vriend)
La señora(de vrouw) Una señora(een vrouw)
Los amigos(de vrienden) Unos amigos (enige vrienden)
Las señoras (de dames) Unas señoras (enige dames)
Oefening:
Vul in de juiste bepaalde lidwoord.