Voorzetsels

In het Spaans hebben we veel voorzetsels. Ik ga in deze website alleen de meest gebruikte voorzetsels behandelen.

A : aan, naar
Me voy a España -> Ik ga naar Spanje

Para: voor, ten behoeve van, om te
Esto es para Julia -> Dit is voor Julia

Con: met,bij
Hablo con mi padre -> Ik praat met mijn vader

De: van
El CD de Carmen -> De CD van Carmen

Sin: zonder
Agua sin gas -> Water zonder prik

Oefening:

Vul de juiste voorzetsel in.

1. Este regalo es mi hermana.
2. Una tortilla patatas.
3. El balón es / Carlos. /
4. Una pizza / atún. /
5. Voy a viajar / mis padres. /
6. Un bolso cuero.
7. Un helado chocolate.
8. Nos vamos Italia.
9. Agua / gas. /
10. Jaime / un chico muy agradable. /

Grade:

*Grade is not compatible with Internet explorer.